ICT Geschiedenis
tweede generatie computers

Home

ICT geschiedenis | Projecten | Nieuws | @ MAIL | Contact | Archief | Wat volgt

Tweede generatie computers transistoren

Met de transistorcomputers was de zogenaamde tweede generatie computers aangebroken.

Invoering van vacuümbuis was een enorme stap vooruit, maar de volgende sprong zou gemaakt worden met een geheel nieuwe technologie: de transistor. Na de tweede wereld oorlog werd onderzoek gestart naar halfgeleiders: stoffen waarvan de geleidende eigenschappen liggen tussen die van geleidende metalen en isolatoren.De grote vraag was of het mogelijk was om de vacuümbuis te vervangen door iets dat kleiner, lichter en vooral goedkoper was? William Shockley, John Bardeen, en Walter Brattain van de Bell Labs bouwden voort op het radaronderzoek en ontdekten in 1947 het 'transistor-effect': een zwakke basisstroom kan onder bepaalde condities door de halfgeleider een veel sterkere stroom regelen; wanneer de basisstroom gelijk is aan nul, kan via de transistor geen collectorstroom passeren.


punt contact transistor


punt contact transistor werking

De transistor kan dus als elektronische schakelaar functioneren voor bijvoorbeeld in- en uitschakelingen.

In december 1948, vragen de drie wetenschappers van Bell Labs (William Shockley, John Bardeen, en Walter Brattain) een patent aan voor hun nieuwe uitvinding, de transistor. De transistor is op dat moment het belangrijkste onderdeel in alle digitale apparaten. Dus ook voor integrated circuits en microprocessors.

In 1956 krijgen ze een Nobelprijs voor hun werk aan de transistor.


In december 1948 patentaanvraag transistor

In 1959 introduceerde Univac de eerste computer, die volledig met transistors was uitgerust, de RCA 501. In 1960 volgde de LARCH, met 60.000 transistors.


SABRE systeem

Luchtvaartmaatschappijen waren de eerste grote bedrijven die gebruik maakten van de computertechnologie. Halverwege de jaren vijftig had IBM het systeem SABRE (Semi Automatic Business Related Environment) ontwikkeld. In SABRE werden de gegevens in een centrale computer ('database') constant bijgewerkt door een netwerk van meer dan 1000 aangesloten telexapparaten. In 1962 was het systeem gereed en American Airlines was de eerste maatschappij, die op deze wijze de reserveringen bijhield.

Door deze evolutie werden de computers een stuk goedkoper en betrouwbaarder, wat het bouwen van veel krachtigere machines mogelijk maakte.

Een transistor heeft 2 functies. De eerste is die van schakelaar.De transistor heeft namelijk slechts 2 standen, aan of uit. Zo kunnen (programma)gegevens worden opgeslagen en bewerkt door een aantal transistors aan of uit te zetten (cfr. ponskaarten).

De tweede functie is die van versterker. Op het moment dat een aantal transistors wordt samengevoegd ontstaat een circuit dat een ingevoerde hoeveelheid elektrische stroom kan versterken. De transistor heeft vele voordelen.

Een transistor is veel kleiner, produceert minder warmte, heeft een langere levensduur en is minder kwetsbaar dan radiolampen. Dit maakte dat de transistor uiterst geschikt is voor gebruik in allerlei elektronische apparaten, dus ook in computers. Computers werden nu veel kleiner, sneller, en goedkoper om te produceren.

 


transistors

Eind jaren zestig bestonden er al verschillende programmeertalen: FORTRAN (FORmula TRANslator) voor wetenschappelijke doeleinden, COBOL (Commercial Business Orientated Language)  en ALGOL (ALGOrithmic Language) beiden voor zakelijke doeleinden . De Amerikaan John McCarthy maakte het in 1961 mogelijk, dat meer operators tegelijkertijd aan een computer konden werken. Een dergelijk systeem werd het eerst gebruikt door een depot van vliegtuigonderdelen. Een andere noviteit staat op naam van het vliegveld Heathrow bij Londen, dat als eerste ter wereld een computersysteem voor de afhandeling van luchtvracht in gebruik nam.
stamt uit 1964 en is uitgevonden door de docenten Kurtz en Kemeny op het
Dartmouth College (US).
stamt uit 1964 en is uitgevonden door de docenten Kurtz en Kemeny op het
Dartmouth College (US).
BASIC (Beginners All-purpose Symbolic Instruction Code) is in 1964 ontworpen door Kurtz en Kemeny beiden docenten aan het  Dartmouth College (US).
Ze ontwikkelden de taal om hun studenten gemakkelijker te leren programmeren.